Demo
Gratis editie
Nu downloadenHoe controleren of domeincontrollers onderling synchroon zijn?
Stap 1 - De replicatiestatus controleren
Voer de volgende opdracht uit:
Repadmin /replsummary
De bewerking “/replsummary” geeft een snel overzicht van de replicatiestatus en de relatieve gezondheid van een forest.
Stap 2 - Controleer de inkomende replicatieaanvragen die in wachtrij zijn geplaatst.
Repadmin /Queue
Deze opdracht geeft een overzicht van elementen die nog in de replicatiewachtrij resteren. Deze toont inkomende replicatieaanvragen die de domeincontroller moet verstrekken om consistent te worden met de bronreplicatiepartners.
Stap 3 - De replicatiestatus controleren
Repadmin /Showrepl
Deze opdracht toont de replicatiestatus wanneer de opgegeven domeincontroller de laatste keer heeft geprobeerd een inkomende replicatie van Active Directory-partities te implementeren. Dit helpt bij het uitzoeken van de replicatietopologie en -fout.
Stap 4 - Replicatie synchroniseren tussen replicatiepartners
Repadmin /syncall
Dit garandeert de synchronisatie tussen replicatiepartners
Stap 5 - De KCC forceren voor het herberekenen van de topologie
Repadmin /KCC
Deze opdracht forceert de KCC (Knowledge Consistency Checker) op de beoogde domeincontrollers om de inkomende replicatietopologie onmiddellijk opnieuw te berekenen. Deze controleert en maakt de verbindingen tussen de domeincontrollers. Standaard wordt KCC elke 15 minuten uitgevoerd op de achtergrond om te controleren of een nieuwe verbinding tot stand werd gebracht tussen DC’s.
Stap 6 - Replicatie forceren
Repadmin /replicate
Deze opdracht forceert de replicatie van de opgegeven mappartitie naar domeincontroller op de bestemming vanaf de bron-DC.
Meest gestelde vragen:
-
Hoe kan ik mijn AD-replicatiestatus controleren?
Het uitvoeren van repadmin /showrepl kan u helpen de replicatiestatus weer te geven.
Als u een algemeen overzicht van de replicatiestatus wilt, zou de opdracht repadmin /replsummary u moeten helpen. -
Hoe kan ik problemen met de Active Directory-replicatie oplossen?
Om een diagnose te stellen van de replicatiefouten, kunnen gebruikers het hulpprogramma voor de AD-statusreplicatie dat beschikbaar is op de DC’s uitvoeren, of de replicatiestatus lezen door repadmin /showrepl uit te voeren.
Om alleen de replicatiefouten weer te geven, gebruikt u de opdracht: repadmin /showrepl /errorsonly -
Hoe kunt u AD-replicatie forceren?
Om de replicatie tussen twee domeincontrollers te forceren, voert u de volgende opdracht uit op de DC die u wilt bijwerken:
repadmin /syncall <DC-name> /AeD
Als u wijzigingen wilt aanbrengen op een DC en replicatie wilt pushen naar andere DC’s, moet de volgende opdracht dit voor u waarmaken:
repadmin /syncall <DC-name> /APeD -
Hoe vaak treedt AD-replicatie op?
Intra-sites replicatie: Met uitzondering van kritieke mapupdates die onmiddellijk worden gerepliceerd, werkt de bron-DC wijzigingen elke 15 seconden bij naar de dichtstbijzijnde replicatiepartner.
Replicatie tussen sites: Het replicatie-interval is standaard 180 minuten en kan omlaag worden aangepast tot 15 minuten.
-
Wat is de standaard replicatietijd voor Active Directory?
Intra-sites replicatie: Met uitzondering van kritieke mapupdates die onmiddellijk worden gerepliceerd, werkt de bron-DC wijzigingen elke 15 seconden bij naar de dichtstbijzijnde replicatiepartner.
Replicatie tussen sites: Het replicatie-interval is standaard 180 minuten en kan omlaag worden aangepast tot 15 minuten.
Om de standaard replicatietijd te wijzigen, gaan gebruikers naar de Active Directory-module Sites en services → Intersitetransport-container → IP-container → Sitekoppeling waarop u het interval wilt wijzigen → Voer uw gewenste waarde uit naast "Repliceer elke" → wijzigingen opslaan.